Op de gemeenteraad van 29 juni werd een uitgebreid advies over het ontwerp van het Provinciaal Ruimtelijk Beleidsplan Oost-Vlaanderen goedgekeurd. In dit advies wordt een oplijsting gemaakt van enkele bezorgdheden over de wijze van opmaak en de inhoud van het beleidsplan. Door dit advies te verstrekken, hoopt Lokaal Bestuur Denderleeuw samen met de andere Oost-Vlaamse besturen, de dialoog met de provincie opnieuw te kunnen aangaan en tot een ontwerp van beleidsplan te komen dat wel voldoende gedragen kan worden door de lokale besturen.
Het Ruimtelijke Beleidsplan Oost-Vlaanderen bestaat uit drie grote delen: 1) de transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte. Hierbij ligt de focus op open ruimte, landbouw en natuur. 2) de transitie naar een circulaire samenleving. Hierbij ligt de focus op bedrijvigheid. 3) de transitie naar een solidaire (be)leefomgeving. Hierbij ligt de focus op wonen.
“We hebben het ontwerp van de provincie met de nodige aandacht bestudeerd en kwamen tot de conclusie dat we enkele ernstige bedenkingen hadden”, steekt schepen Yves De Smet van wal. “De grootste bezorgdheid gaat over de beknotting van onze autonomie op het vlak van ruimtelijk beleid. In het nieuwe beleidsplan worden uitspraken gedaan over waar bedrijven zich kunnen vestigen, waar bijkomende woningen wenselijk zijn en waar open ruimte moet voorzien worden. Op basis van het Provinciaal Ruimtelijk Beleidsplan worden bovendien gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen gemaakt. Aangezien de provincie hiervoor een belangrijke adviesinstantie is, kan de impact van dit beleidsplan niet onderschat worden. Daarnaast werkt dit beleidsplan ook door op het vlak van de vergunningverlening, nu de provincie doorgaans de administratieve beroepsinstantie is in dit kader, is ook hier de impact groot”.
“We hebben ook inhoudelijk heel wat opmerkingen. Iddergem, Denderleeuw en Welle worden als kernen gezien waar de woonbehoefte in de toekomst bij uitstek opgevangen moet worden. Voor Iddergem alleen gaat het om 200 bijkomende huishoudens, Denderleeuw en Welle worden tot de Aalsterse woonopgave gerekend met meer dan 6000 bijkomende huishoudens. Dit is een groot volume voor ons grondgebied”, zegt schepen Jan De Nul. “Verder zijn zetten we vraagtekens bij de toekomst van de Rendac-site. Volgens het beleidsplan moet dit op lange termijn uitdoven, terwijl dit in strijd lijkt met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening grootstedelijk gebied Aalst. Een deel van de achterliggende kouter langs de Steenweg, de zone waar de winkels Aldi, E5-mode en Topidee bevinden zou dan weer ingekleurd worden als een zone met een groot potentieel voor bedrijven om er zich te vestigen. De kouter willen we echter net open en toegankelijk houden voor traag verkeer. Dit is dus voor ons ondenkbaar en onaanvaardbaar.”
“Een andere grote bezorgdheid is het onderscheid tussen verweefbare en niet-verweefbare bedrijvigheid waarbij de ene moet afgezonderd worden in de woonkernen en de andere erbuiten. Tot slot zijn we ook bezorgd over de open ruimte in onze gemeente, meer specifiek de afbakening van enkele kernen en de verweving met enkele woonlinten en bebouwing grenzend aan de Wellemeersen”, vertelt schepen De Nul.
“Onze opmerkingen werden neergeschreven in een uitgebreid advies en we hopen hiermee, samen met andere Oost-Vlaamse besturen, de dialoog met de provincie aan te gaan. Voor ons staat het vast dat het provinciaal ruimtelijk beleidsplan opnieuw moet bekeken worden zodat het wel voldoende gedragen kan worden door de lokale besturen”, aldus schepen De Smet.